Rotterdam
De westelijke stadsbrug
Rotterdam groeit door tot een aantrekkelijke wereldstad met een uitdagende architectuur en een Nieuwe economie. De stad wordt gekenmerkt door de ligging op twee rivieroevers, waarbij de zuidelijke oever economisch slechter presteert. Daarom werkt de stad aan betere verbindingen, zoals de Erasmusbrug, maar ook aan de verlegging van het centrum naar beide zijden van de rivier.
Deze stedenbouwkundige en verkeerskundige verkenning heeft geresulteerd in een concept-masterplan voor een verbinding aan de westkant van de stad, tussen Delfshaven en Charlois. Er ontstaat een goede route voor stedelijk openbaar vervoer en langzaam verkeer zoals de fiets. Het is dus meer dan enkel een brug, het betreft een heel gebied wat betrokken wordt. Voor de nieuw infrastructuur is ruimte nodig waarvoor een herschikking van bedrijven en andere bestaande functies nodig is.
Onderdeel van de verkenning was het opstellen van de uitgangspunten voor de gewenste technische inpassing, het type brug en de beeldkwaliteitseisen eraan. Een van de belangrijkste uitgangspunten was het zo klein mogelijk houden van 'de oversteek'. Veelal zorgen de lange hellingsbanen naar de burg voor een 'wijken' van de stad ten faveure van hoogteverschillen, opstelstroken en loze ruimte. Hierdoor wordt de oversteek voor het gevoel 2 tot 3 keer zo lang als de rivier werkelijk breed is.
Om dit te voorkomen zijn de vele Londense stadsbruggen als voorbeeld genomen en waarbij de hellingbaan onderdeel is van het stedelijk weefsel. Tevens een altijd doorlopende kade onder de brug door én goede verbindingen tussen kade en brug zorgen voor een veilige en aantrekkelijke hoogstedelijke omgeving. Aan de noordzijde kan hierdoor een aantrekkelijk rivierroute vanaf de Mullerpier tot ver in de Merwe-Vierhavens ontstaan, die bijvoorbeeld een buurt als Schiemond uit haar isolement kan halen.
Er ontstaat echter ook veel ontwikkelruimte die hoogwaardig en met hogere bebouwingsdichtheden gevuld kunnen worden vanwege de veranderde ligging ten opzichte van de rest van de stad. Daarnaast kunnen de bestaande kwaliteiten opgehaald worden door in te zetten op aantrekkelijke recreatieve en ecologische oevers en rivierparken. Zo ontstaat een goede omgeving waarin de oudere havengebieden (Stadshavens) als de Sluisjesdijk en Merwe-Vierhavens een transitie kunnen maken naar de nieuwe Innovatie- en Maakindustrie waarbij een veel groter aantal banen per hectare bereikt kan worden.
Cliënt:
gemeente Rotterdam
Status:
Verkenning
Type werk:
Masterplan i.s.m. Mattiijs van Ruijven
Jaar:
2016